De handelsgeest van de Hollanders vierde zijn hoogtijdagen in de Gouden Eeuw. In deze tijd maakten de Nederlanders (opnieuw) kennis met uitheemse specerijen via de Arabieren die de specerijen uit Azië haalden op hun beurt.
Welke specerijen kennen wij met Arabische wortels? Als we het dan toch over wortels hebben, welke groentenamen hebben een Arabische oorsprong? Een taalkundig kijkje in het kruidenrek en de groentela.
Kruidenrek
In het kruidenrek komen we in elk geval de volgende kruiden en specerijen tegen met Arabische wortels:
Nederlands | Arabisch |
---|---|
Carobepoeder | Kharrūb |
Dragon | Tarkhûn |
Gember | Zanjabîl |
Jasmijn | Yāsmīn |
Karwijzaad | Karāwiyā |
Komijn | Kammûn |
Kurkuma | Kurkum |
Saffraan | Za‘farân |
Sumak | Summāq |
Groentela
Niet alleen deze kruiden en specerijen verraden de route waarlangs deze bij ons terecht zijn gekomen. Ook de nodige groentenamen (maar ook fruitnamen) zijn ontleend aan het Arabisch.
In deze categorie kennen we onder meer de volgende woorden die teruggaan op het Arabisch:
Nederlands | Arabisch |
---|---|
Abrikoos | Al-barqûq |
Alfalfa | Al-fisfisa |
Andijvie | Al-hindibâ |
Artisjok | Al-kharshûf |
Aubergine | Al-bâdhinjân |
Kappertje | Qabbâr |
Limoen | Laymûn |
Luffa | Lūf |
Spinazie | Isbinâkh |
Tamarinde | Tamar hindî |