Een vertaler Nederlands-Duits en vice versa die jarenlang werkzaam was in het vak, heeft via de rechter tevergeefs geprobeerd om alsnog te worden ingeschreven in het Register beëdigde tolken en vertalers (Rbtv). Ondanks zijn uitgebreide ervaring en een beroep op persoonlijke omstandigheden, oordeelde de rechtbank dat de wet duidelijke eisen stelt en dat hieraan niet was voldaan.
Verlopen inschrijving
De zaak draait om een vertaler die al in 1986 beëdigd is en eerder stond ingeschreven in het Rbtv voor de talencombinatie Nederlands-Duits en vice versa. Op 1 februari 2021 is zijn inschrijving echter van rechtswege verlopen, omdat hij te laat een verlengingsverzoek had ingediend. Vervolgens heeft hij op 21 april 2021 een nieuw verzoek tot inschrijving gedaan.
Lees ook: Raad van State: eisen hernieuwde inschrijving ongeldig
Wat was het probleem?
De minister van Justitie en Veiligheid wees het verzoek af. De aanvrager beschikte niet over een diploma van een erkende vertaalopleiding zoals bedoeld in artikel 8 van Besluit beëdigde tolken en vertalers (Bbtv). Hij kon ook niet op andere wijze, via werkervaring én scholing, aantonen dat hij voldeed aan de wettelijke competenties zoals vastgelegd in artikel 5 van het Besluit inschrijving Rbtv.
Wat voerde de vertaler aan?
De vertaler voerde onder meer aan dat hij al meer dan 31 jaar als beëdigd vertaler had gewerkt, en dat de vereisten volgens hem te formeel waren. Hij beriep zich bovendien op fysieke en psychische problemen, en stelde dat vanwege het VN-verdrag inzake personen met een handicap van de minister mocht worden verwacht dat hij soepelere eisen zou hanteren.
Daarnaast klaagde eiser over onzorgvuldigheid in de besluitvorming: belangrijke stukken zouden niet zijn meegenomen, en bij de communicatie zou een verkeerd adres zijn gebruikt.
Wat zegt de rechtbank?
De rechtbank erkent dat er een gebrek zat in de besluitvorming: stukken die nog op tijd bij de minister waren binnengekomen, zijn niet meegewogen. Dat is formeel onzorgvuldig, maar volgens de rechtbank heeft dit gebrek geen gevolgen gehad voor de uitkomst van het besluit. De stukken zijn alsnog in beroep bekeken, en leidden niet tot een ander oordeel.
Cruciaal is dat de rechtbank bevestigt dat de wettelijke kwaliteitseisen gelden voor iedereen. Dus ook voor mensen met een beperking of met een lange staat van dienst. De rechtbank stelt dat het niet onevenredig is om van alle aanvragers objectieve bewijzen te vragen van vertaalvaardigheid en beroepshouding. Er wordt geen uitzondering gemaakt op basis van persoonlijke omstandigheden, tenzij de wet daarin expliciet voorziet en dat is hier niet het geval.
Belang voor de beroepsgroep
Deze uitspraak bevestigt dat ervaring alleen niet voldoende is voor (her)inschrijving in het Rbtv. Zelfs wie decennia in het vak zit, moet een erkend diploma hebben of aantonen dat hij of zij voldoet aan alle eisen via objectieve criteria zoals scholing op het gebied van vertaalvaardigheid en -attitude van ten minste 420 uur en recente werkervaring,
De uitspraak is daarmee ook een signaal aan tolken en vertalers die hun inschrijving om wat voor reden dan ook (dreigen te) laten verlopen: ook na jarenlange ervaring kan de herinschrijving worden afgewezen indien niet objectief is voldaan aan de op dat moment geldende inschrijvingseisen.